Honderd jaar cinema heeft veel filmformaten opgeleverd. Zoals bijvoorbeeld de 4¾mm, 9½mm, 17,5mm, 22mm en 35mm film. Hier een kort overzicht wat betreft de ontwikkeling van de meest gangbare amateurfilm.
1923:
Kodak introduceert het 16mm formaat. Dat is de maat van een opnamemedium waarvan de filmstrip zestien millimeter breed is. De film was onbrandbaar en dit formaat kreeg de voorkeur boven 17,5 mm, precies de helft van de bekende (ontvlambare) 35mm. Tegenwoordig worden veel nieuwe films op een 16mm-frame gemaakt.
1932:
Kodak introduceert het Dubbel-8 of Regular-8 formaat. Dit is eigenlijk een 16mm film die twee maal belicht wordt: eerst de rechterhelft, dan de andere.
1932-1965:
Het dubbel-8 formaat groeit uit tot de standaard voor de amateurfilmer. De meeste camera’s werden aangedreven door een opwindbaar veerwerk. Het voordeel daarvan was dat je nooit zonder stroom zat.
1965:
Kodak kwam op de markt met het Super-8 systeem. Met dit systeem kwam het amateurfilmen binnen het bereik van de grote massa. Super-8 film had, door zijn kleinere perforatie, meer ruimte voor het beeld. Dit was een grote verbetering t.o.v. het dubbel-8 systeem. Ongeveer tezelfdertijd ontwikkelde het Japanse Fuji zijn Single-8 systeem. Zeker in de beginjaren was dit systeem veel beter dan Super-8. De beelden waren vlijmscherp, en de kleurweergave was zeer goed. Er waren ook veel minder technische storingen dan met Super-8.
1973:
Kodak komt op de markt met de Super-8 geluidsfilm. Dit was een film met een klankspoor aan de zijrand. Intussen was die film zelf en de cassette zodanig verbeterd, dat ze op het niveau kwam van de Fuji Single-8 films. Ook Fuji kwam in die periode op de markt met een geluidsfilm.
1978:
De eerste videorecorder werd door JVC in Engeland geïntroduceerd. Deze HR3300 kostte, omgerekend naar moderne valuta, maar liefst 2874 euro. Er werd massaal omgeschakeld naar video. Vooral omdat je niet meer hoeft te wachten op de ontwikkeling van de film gaf de doorslag om over te schakelen.
1980:
De eerste videocamera’s kwamen op de markt. Dat waren meestal camera’s met een losse recorder.
1984:
De eerste camcorders kwamen in de handel. Dat zijn dus video camera’s waarbij de camera en de recorder in één kastje zaten. Alle camera’s die nu te koop zijn, zijn camcorders. Na het VHS systeem kwam het compacte VHS systeem (VHS-C) en verscheen het Video-8 systeem op de markt. Het gevolg was dat de camcorders steeds kleiner en handzamer werden. Om de kwaliteit van het beeld (en ook het geluid) te verbeteren werd het Video Hi-8 systeem en het Super-VHS-C systeem ontwikkeld. De meeste (analoge) video-opnames zijn, in tegenstelling tot de smalfilms, behoorlijk achteruit gegaan in kwaliteit. Het blijkt namelijk dat het magnetisme op de videobanden langzaam maar zeker aan het verdwijnen is… Tevens was de kwaliteit van deze videobeelden absoluut niet te vergelijken met Super-8 of Single-8 filmbeelden. Ondanks dat hield Kodak begin jaren 90 op met het produceren van de standaard 8mm film.
1996:
Sony en JVC kwamen met de eerste zeer dure digitale camcorders op de markt. Het systeem heet Digital Video (DV) en de signalen werden opgetekend op mini-DV bandjes.
Kortom, de film heeft een lange, rijke geschiedenis achter zich. Pas nu beseffen we hoe goed de kwaliteit van dat oude filmsysteem was…
Let op!
Nu is het een trend om deze films en video’s te digitaliseren en op DVD te laten zetten. Er komt steeds meer aanbod van particulieren en bedrijven die dit doen. Maar let goed op, je hebt de grotere bedrijven die uw films op een grote hoop gooien en het blindelings op DVD zetten. Daarnaast heb je de goedkopere particulieren, vaak hobbyisten. De kwaliteit is dan vaak minimaal en je hebt garantie tot op de hoek. Het gebeurd regelmatig dat mensen hun films dan opnieuw op DVD laten zetten omdat ze achteraf niet tevreden zijn.
Laat een reactie achter